Surfplas - Reeuwijksche Plassen

The "Surfplas" is the largest lake of the Reeuwijksche Plassen and is a very important area for waterfowl. Especially in winter, large numbers of waterfowl can be found here of which Rauðhöfðaönd is the most numerous. Numbers can go up to 100.000 individuals! Other species that can be present in large numbers are Skutulönd, Skúfönd and Urtönd. Small groups of Kólfönd can be found near the shore in the central part of the lake. Above the deeper parts of the lake, groups of Hvinönd and Gulönd are present. Also Hvítönd can be present in small numbers. Often, scarce species can be found within these large groups of waterfowl, like Hrafnsönd, Korpönd and Jarpönd. Besides ducks, swans en geese make use of the area as resting habitat at night. Sometimes the large numbers of waterfowl can be restless when predators are present, like Gjóður.

Besides ducks, geese and swans, many other waterfowl are present in the area. Good numbers of Stargoði can be present near the shore in the central part of the area. Also Dverggoði can be found here and sometimes Sefgoði and Flórgoði are discovered. Divers are sometimes found between the large numbers of waterfowl, like Lómur and Himbrimi. In the central part of the lake, near the shore, small parts are fallen dry and attracts waders of all kinds, like Lóuþræll, Spóatíta and Lyngstelkur. Flocks of Vepja, Fjöruspói and Rúkragi can be seen passing overhead towards the surrounding pastures.

Gulls and terns make use of the area to rest and forage for food. Large groups of Kolþerna gather here in early spring just before leaving towards their breeding grounds inland. Sometimes, a single Skeggþerna or Tígulþerna can be seen within these groups. Sílaþerna uses the area to hunt and take their prey towards their breeding grounds on the islands in surrounding lakes. Hettumáfur and Stormmáfur als breed on these islands and rest in large groups on the "Surfplas". Small numbers of Lónamáfur also breed between them and can pass overhead. In early spring, small numbers of Dvergmáfur can be seen above the lake. Large gulls rest on the wooden pillars in the lake and sometimes Svartbakur, Klapparmáfur and Klapparmáfur can be found here.

In several surrounding areas, large reedbeds are present and being used by many species of reedbirds. One of the most peculiar species is the Blæsöngvari, which can be found in larger numbers around the lake. Many common species like Síkjasöngvari and Sefsöngvari breed here and sometimes Engisöngvari and Flóðsöngvari can be heard. If you're lucky, you'll hear a Keldusvín or see a Sefþvari.

The surrounding pastures are used by large flocks of geese, like Helsingi and Blesgæs. Sometimes, a Fagurgæs can be found within these large flocks. The pastures and ditches also attract Mjallhegri and waders, like Rúkragi and Jaðrakan.

_________________________

Nederlands: De "Surfplas" is het grootste meer van de Reeuwijksche Plassen en is een zeer belangrijk gebied voor watervogels. Vooral in de winter zijn hier grote aantallen watervogels te vinden, waarvan de Rauðhöfðaönd het talrijkst is. Aantallen kunnen oplopen tot 100.000! Andere soorten die in grote aantallen aanwezig kunnen zijn, zijn Skutulönd, Skúfönd en Urtönd. Kleine groepen Kólfönd zijn te vinden bij de kust in het centrale deel van het meer. Boven de diepere delen van het meer zijn groepen Hvinönd en Gulönd aanwezig. Ook Hvítönd kan in kleine aantallen aanwezig zijn. Binnen deze grote groepen watervogels zijn vaak schaarse soorten te vinden, zoals Hrafnsönd, Korpönd en Jarpönd. Naast eenden maken ook zwanen en ganzen gebruik van het gebied als rustplaats 's nachts. Soms kunnen de grote aantallen watervogels onrustig zijn als er roofdieren aanwezig zijn, zoals Gjóður.

Naast eenden, ganzen en zwanen zijn er veel andere watervogels in het gebied aanwezig. Er kunnen grote aantallen Stargoði aanwezig zijn nabij de oever in het centrale deel van het gebied. Ook Dverggoði is hier te vinden en soms worden Sefgoði en Flórgoði ontdekt. Tussen de grote aantallen watervogels worden soms duikers gevonden, zoals Lómur en Himbrimi. In het centrale deel van het meer, vlakbij de oever, zijn kleine delen drooggevallen en die trekken allerlei soorten steltlopers aan, zoals Lóuþræll, Spóatíta en Lyngstelkur. GroepenVepja, Fjöruspói en Rúkragi kunnen boven je hoofd naar de omliggende weiden trekken.

Meeuwen en sterns maken gebruik van het gebied om te rusten en voedsel te zoeken. Grote groepen Kolþerna verzamelen zich hier in het vroege voorjaar net voordat ze vertrekken naar hun broedgebieden landinwaarts. Soms is binnen deze groepen een enkele Skeggþerna of Tígulþerna te zien. Sílaþerna gebruikt het gebied om te jagen en hun prooi mee te nemen naar hun broedplaatsen op de eilanden in de omliggende meren. Hettumáfur en Stormmáfur broeden ook op deze eilanden en rusten in grote groepen uit op de Surfplas. Kleine aantallen Lónamáfur broeden er ook tussen en kunnen overvliegen. In het vroege voorjaar zijn er kleine aantallen Dvergmáfur boven het meer te zien. Grote meeuwen rusten op de houten pilaren in het meer en soms zijn Svartbakur, Klapparmáfur en Klapparmáfur hier te vinden.

In verschillende omliggende gebieden zijn grote rietvelden aanwezig die door vele soorten rietvogels worden gebruikt. Blæsöngvari, is in grote aantallen rond het meer te vinden is. Veel voorkomende soorten zoals Síkjasöngvari en Sefsöngvari broeden hier en soms zijn Engisöngvari en Flóðsöngvari te horen. Als je geluk hebt, hoor je een Keldusvín of zie je een Sefþvari.

De omliggende weiden worden gebruikt door grote groepen ganzen, zoals Helsingi en Blesgæs. Soms is er een Fagurgæs tussente vinden. De weilanden en sloten trekken ook Mjallhegri en steltlopers aan, zoals Rúkragi en Jaðrakan.