) to insert bird names in your own language. The birdnames will automatically be translated for other users!
Upload images
Allowed image types are jpeg,png,gif
Max file size is 20MB
Description
The central part on flemish side is heathland with several fens. In the north there are some old agricultural fields which attract some Háleggur and at the edges there are large tracts of mostly pineforests.
In winter, there are less birds, but Grásvarri is one of the main targets, together with Bláheiðir, Krossnefur and on the fens Hvinönd. Larger groups of mostly Blesgæs are foraging in the northern area. Spring starts early in february with the singing Trjálævirki, which is very common and continues with other birds which are here still very common like Trjátittlingur, Garðaskotta, Gaukur, Grágrípur, Náttfari, etc. On migration Mánaþröstur, Steindepill and Vallskvetta are common, Kolstorkur, Svölugleða, Sandtittlingur and Gauktítaare uncommon but there are several yearly. It is one of the better areas to find the rare Kvöldfálki which is almost a yearly visitor. In the forest itself Svartspæta and Kjarnbítur is quite easy to find Býþjór and Skógarsnípa(most easy in winter) are present but not always obvious. If the water level is sufficiently high in the northern area small amounts of stilts like Rúkragi, Sótstelkur, Jaðrakan turn up and sometimes more interesting species like Bakkatíta or Spóatíta.
_________________________
Nederlands: De Kalmthoutse heide is een van de grootste natuurgebieden van Vlaanderen en is met een oppervlakte van 6.000 ha een van de grootste stukken overgebleven heide. Het centrale deel aan Vlaamse zijde is heide met meerdere vennen. In het noorden zijn er enkele oude landbouwvelden die Háleggur aantrekken en aan de randen zijn er grote stukken met voornamelijk dennenbossen.
In de winter zijn er minder vogels, maar Grásvarri is een van de hoofddoelen, samen met Bláheiðir, Krossnefur en op de vennen Hvinönd. Grotere groepen van voornamelijk Blesgæs foerageren in het noordelijke gebied. De lente begint vroeg in februari met het zingen van Trjálævirki, wat heel gewoon is en doorgaat met andere vogels die hier nog steeds heel gewoon zijn zoals Trjátittlingur, Garðaskotta, Gaukur, Grágrípur, Náttfari, etc. Tijdens de trektijd kiomen Mánaþröstur, Steindepill en Vallskvetta vaak voor. Kolstorkur, Svölugleða, Sandtittlingur en Gauktíta zijn zeldzaam, maar er zijn er meerdere per jaar. Het is een van de betere gebieden om de zeldzame Kvöldfálki te vinden die bijna jaarlijks te zien is. In het bos zelf zijn Svartspæta en Kjarnbítur vrij gemakkelijk te vinden. Býþjór en Skógarsnípa (deze laatste meest makkelijk in de winter) aanwezig maar niet altijd even duidelijk. Als het waterpeil in het noordelijke gebied voldoende hoog is, komen er kleine hoeveelheden steltlopers zoals Rúkragi, Sótstelkur, Jaðrakan en soms interessantere soorten zoals Bakkatíta of Spóatíta op het gebied af.
Details
Access
The area is only accessible on foot, car parkings are present around the area. During breeding season some trails are closed, this is clearly indicated so please respect these restrictions. The route shown on the map is 10 km.
_________________________
Nederlands: Het gebied is alleen te voet bereikbaar. Er zijn parkeerplaatsen rondom het gebied aanwezig. Tijdens het broedseizoen zijn sommige paden gesloten, dit staat duidelijk aangegeven dus respecteer deze beperkingen. De op de kaart getoonde route is 10 km.