Romeinenweerd

The Romeinenweerd is a fairly small part in the floodplains of the river Maas. The area consists of a forested wetland/swamp with three small waterbodies and surrounding meadows, adjacent to the "Maas" river. The ponds are always interesting for waterfowl, like Barátréce, Csörgo réce, Kanalas réce, Kendermagos réce and Kontyos réce. In spring, sometimes Böjti réce can be present. Kis vöcsök is often seen on the eastern en western pond. The eastern and middle pond both contain a small island where geese breed during breeding season, like Nyári lúd and Kanadai lúd. The western pond is mostly surrounded by reedbeds and are always worth a check for certain reedbirds, like cserregő nádiposzáta, Guvat and Nádi sármány. If you're lucky, a Barkóscinege shows up or even a Bölömbika can be seen foraging on the edge of the reedbeds. Especially in the middle pond, Jégmadár can often be seen and heard.

The forested areas are home to a variety of common songbirds, like Csilpcsalpfüzike, fitiszfüzike and Mezei poszáta. You're allowed to get "off road" and walk through the area. Sometimes you'll scare a present Erdei szalonka or even a Bölömbika. The main attraction, though, are the small flocks of Csicsörke, being present in the bushes. They can often be heard and seen from the start of the track near the parking lot. Although many years ago, flocks of 20-30 individuals could be present. Nowadays, numbers vary between 1-4 individuals, but sometimes more. In winter, the forested area is a good place to find flocks of Barna zsezse and Csíz feeding in the trees.

The meadows on the northeastern side of the area are good for species like cigánycsuk and Énekes nádiposzáta. Sometimes rozsdás csuk can be present. The scattered bushes are always worth a check for Tövisszúró gébics. In winter, these meadows are often used by Nagy kócsag. On the southwestern side of the area, an agriculatural field is present on which Fogoly and Fácán can be present.

The river itself can be a good spot for Nagy bukó, besides common species like Búbos vöcsök and Szárcsa. Large numbers of gull, mainly Dankasirály, fly in southern direction, following the river, towards their sleeping grounds near the city of Roermond.

_________________________

Nederlands: De Romeinenweerd is een vrij klein stukje in de uiterwaarden van de Maas. Het gebied bestaat uit een bebost wetland/moeras met drie kleine waterpartijen en omliggende weilanden, grenzend aan de Maas. De vijvers zijn altijd interessant voor watervogels, zoals Barátréce, Csörgo réce, Kanalas réce, Kendermagos réce en Kontyos réce. In het voorjaar kan soms Böjti réce aanwezig zijn. Kis vöcsök wordt vaak gezien op de oostelijke en westelijke vijver. De oostelijke en middelste vijver bevatten beide een klein eiland waar ganzen broeden tijdens het broedseizoen, zoals Nyári lúd en Kanadai lúd. De westelijke vijver is grotendeels omgeven door rietvelden en is altijd de moeite van het bekijken waard voor bepaalde rietvogels, zoals cserregő nádiposzáta, Guvat en Nádi sármány. Als je geluk hebt, duikt er een Barkóscinege op of zie je zelfs een Bölömbika foerageren op de rand van de rietvelden. Vooral in de middelste vijver is Jégmadár vaak te zien en te horen.

De beboste gebieden herbergen een verscheidenheid aan gewone zangvogels, zoals Csilpcsalpfüzike, fitiszfüzike en Mezei poszáta. Je mag struinen en door het gebied wandelen. Soms schrik je van een opvliegende Erdei szalonka of zelfs een Bölömbika. De belangrijkste attractie zijn echter de kleine groepen van Csicsörke die in de struiken aanwezig zijn. Ze zijn vaak te horen en te zien vanaf het begin van het pad bij de parkeerplaats. Jaren geleden konden groepen van 20-30 individuen aanwezig zijn. Tegenwoordig variëren de aantallen tussen 1-4 individuen, maar soms meer. In de winter is het bosrijke gebied een goede plek om groepen Barna zsezse en Csíz in de bomen te zien foerageren.

De weilanden aan de noordoostkant van het gebied zijn goed voor soorten als cigánycsuk en Énekes nádiposzáta. Soms kan rozsdás csuk aanwezig zijn. De verspreide struiken zijn altijd een check waard voor Tövisszúró gébics. In de winter worden deze weilanden vaak gebruikt door Nagy kócsag. Aan de zuidwestkant van het gebied is een landbouwveld aanwezig waarop Fogoly en Fácán aanwezig kunnen zijn.

De rivier zelf kan een goede plek zijn voor Nagy bukó, naast veel voorkomende soorten als Búbos vöcsök en Szárcsa. Grote aantallen meeuwen, voornamelijk Dankasirály, vliegen in zuidelijke richting, de rivier volgend, naar hun slaapplaatsen bij de stad Roermond.

Details

Access

The area is easy accessable on foot, although there're no paved roads present. Most tracks are covered with grass but the area can get very swampy after much rainfall. You're not bound to stay on the tracks and you're allowed to walk around freely, but watch out for the swamps, because you can get very wet and dirty.

Nederlands: Het gebied is goed te voet te verkennen, hoewel er geen verharde wegen aanwezig zijn. De meeste paden zijn begroeid met gras, maar het gebied kan erg moerassig worden na veel regenval. Je hoeft niet op de paden te blijven en je mag vrij rondlopen, maar pas op voor de natte delen, want je kunt er erg nat en vies worden.